Van Aboe Moessa, moge Allah tevreden zijn met hem, van de profeet (vrede zij met hem), die zei: "De gelijkenis van een goed gezelschap en een slecht g...
De profeet (vrede zij met hem) gaf een gelijkenis voor twee soorten mensen: De eerste soort: de metgezel en de goede vriend die leidt naar Allah en...

Van Aboe Moessa, moge Allah tevreden zijn met hem, van de profeet (vrede zij met hem), die zei: "De gelijkenis van een goed gezelschap en een slecht gezelschap is als die van een drager van musk en een smid . De drager van musk kan je kleding parfumeren, je kunt musk van hem kopen, of je kunt gewoon een aangename geur van hem ruiken. Terwijl de smid je kleding kan verbranden, of je zult een onaangename geur van hem ruiken".

Abu Hurayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) rapporteerde: Een man kwam naar de Boodschapper (moge Allah Zijn vrede en zegeningen op hem zijn) en zei: "Adviseer mij." Hij zei: "Word niet boos." Hij herhaalde dat meerdere keren, en elke keer zei hij dan: "Word niet boos."

Aboe Hoerayra, moge Allah tevreden over hem zijn, zei: "De sterke man is niet degene die anderen kan overmeesteren; de sterke man is eerder degene die zichzelf onder controle heeft als hij boos wordt".

Overgeleverd door Abdoellah ibn Amr (moge Allah tevreden zijn met hen beiden), die zei: De boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: "Er zijn vier eigenschappen. Als iemand ze allemaal bezit, is hij een volkomen hypocriet. En als iemand een van deze eigenschappen heeft, heeft hij een eigenschap van hypocrisie totdat hij het opgeeft: Als hij spreekt, liegt hij; als hij een belofte maakt, breekt hij die; als hij een overeenkomst sluit, handelt hij ontrouw; en als hij ruzie maakt, gedraagt hij zich grof."

Overgeleverd door Abdoellah ibn Mas'ud (moge Allah tevreden zijn met hem ) dat de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: "Een gelovige is niet iemand die anderen uitscheldt, veelvuldig vervloekt, onfatsoenlijk is of obscene taal gebruikt".

Abdullah bin Omar, moge Allah tevreden met hem zijn, zei: De Profeet (moge Allah Zijn vrede en zegeningen op hem zijn) hoorde een man zijn broer vermanen over verlegenheid, en hij (vrede zij met hem) zei: "Bescheidenheid maakt deel uit van het geloof."

"Al-Miqdam ibn 'Ma3diy karab, moge Allah tevreden met hem zijn, heeft overgeleverd dat de Profeet, vrede zij met hem, zei:" "Wanneer een man zijn broeder liefheeft, laat hem hem dan informeren dat hij van hem houdt (omwille van Allah)."

Jābir ibn 'Abdullāh (moge Allah tevreden met hem zijn) rapporteerde: De Boodschapper (moge Allah Zijn vrede en zegeningen op hem zijn) zei: "Elke daad van goedheid is liefdadigheid".

Aboe Hoerayra (moge Allah tevreden zijn over hem ) zei: De boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: "Elke daad van vriendelijkheid jegens mensen is een vorm van liefdadigheid. Elke dag waarop de zon opkomt, geldt als een liefdadigheid. Het helpen van een persoon om zijn lastdier te beladen of zijn bezittingen daarop te bevestigen, is liefdadigheid. Een vriendelijk woord is liefdadigheid. Elke stap die wordt genomen naar het gebed toe, wordt beschouwd als liefdadigheid. Het verwijderen van schadelijke obstakels van de weg is liefdadigheid".

Aboe Hoerayra (moge Allah tevreden zijn met hem) rapporteerde: "De boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: 'Wie een gelovige bevrijdt van een beproeving in het leven, Allah zal hem bevrijden van een beproeving op de Dag des Oordeels. En wie het iemand die in moeilijkheden verkeert gemakkelijk maakt, Allah zal het hem gemakkelijk maken, zowel in dit leven als in het hiernamaals. En wie de gebreken van een moslim bedekt, Allah zal zijn gebreken bedekken, zowel in deze wereld als in het hiernamaals. Allah helpt Zijn dienaar zolang de dienaar zijn broeder helpt. En wie een pad volgt op zoek naar kennis, Allah zal hem een pad naar het Paradijs vergemakkelijken. Er is geen groep die zich in een huis van de huizen van Allah verzamelt om het Boek van Allah te reciteren en het samen te bestuderen, zonder dat de kalmte over hen neerdaalt, genade hen omhult, engelen hen omringen en Allah hen bij Zich vermeldt. Wie wordt vertraagd door zijn eigen daden, zal niet door zijn afkomst vooruit worden geholpen.'"

Van Aboe Barzah Al-Aslami, moge Allah tevreden zijn over hem , zei: De boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:" "Op de Dag des Oordeels zal de voet van een dienaar niet van zijn plaats komen totdat hij wordt ondervraagd over hoe hij zijn tijd heeft besteed, wat hij heeft gedaan met zijn kennis, waar zijn rijkdom vandaan kwam en hoe hij het heeft besteed, en hoe hij zijn lichaam heeft gebruikt".

Van Aboe Hoeraira zei: De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: Degenen die zich inzetten voor de zorg van weduwen en behoeftigen, zijn als degenen die strijden op de weg van Allah of degenen die 's nachts bidden en overdag vasten.