Abu Dharr (moge Allah tevreden zijn met hem ) rapporteerde: De boodschapper (vrede zij met hem) zegt: "Zal ik jullie vertellen over jullie beste daden...
De profeet (vrede zij met hem) vroeg zijn metgezellen: . Willen jullie dat ik jullie informeer en onderwijs over jullie beste, nobelste, zuiverste,...
Moad (moge Allah tevreden met hem zijn) rapporteerde: Ik was met de profeet (vrede zij met hem) op reis, en op een dag was ik dicht bij hem terwijl we...
Moad (moge Allah tevreden zijn met hem) zei: Ik was met de profeet (vrede zij met hem) op reis en op een ochtend was ik dicht bij hem terwijl we liepe...
Ā'ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) rapporteerde: Toen de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen op hem zijn) elke avond naar bed ging, slo...
Het behoorde tot de gewoonte van de Profeet dat, wanneer hij naar bed ging, hij zijn handpalmen samenvoegde en ze ophief zoals een smeekbede doet, en...
Overgeleverd door Sjaddad ibn Aws (moge Allah tevreden zijn met hem) van de profeet (vrede zij met hem): "De voornaamste smeekbede is: 'O Allah, U ben...
De profeet (vrede zij met hem) informeert ons dat er veel formuleringen zijn voor berouw, maar de beste en meest verheven ervan is wanneer de dienaar...
Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: Als hij 's ochtends ontwaakte, z...
Wanneer de ochtend aanbrak, het eerste deel van de dag met de opkomst van de dageraad, zei hij de profeet (vrede zij met hem): (Allah, met U zijn w...

Abu Dharr (moge Allah tevreden zijn met hem ) rapporteerde: De boodschapper (vrede zij met hem) zegt: "Zal ik jullie vertellen over jullie beste daden, de zuiverste ervan bij jullie Koning, en de hoogste ervan in jullie rangen? Beter voor jullie dan het uitgeven van goud en zilver, en beter voor jullie dan het ontmoeten van jullie vijanden waarbij jullie hun nekken afhakken en zij jullie nekken afhakken?" Ze zeiden: "Ja." Hij zei: "Het gedenken van Allah de Verhevene".

Moad (moge Allah tevreden met hem zijn) rapporteerde: Ik was met de profeet (vrede zij met hem) op reis, en op een dag was ik dicht bij hem terwijl we liepen. Ik zei: 'O Boodschapper van Allah, vertel mij over een daad die mij het paradijs zal doen binnengaan en mij ver zal houden van het Vuur.' Hij zei: 'Voorwaar, je hebt mij iets groots gevraagd en het is gemakkelijk voor degene voor wie Allah het vergemakkelijkt: aanbid Allah en associeer niets met Hem, onderhoud het gebed, geef de zakaat, vast tijdens de maand Ramadan en verricht de Hadj naar het Huis. Vervolgens zei hij: 'Zal ik je leiden naar de poorten van het goede? Vasten is een schild en liefdadigheid dooft zonden uit zoals water het vuur dooft en het gebed van een persoon in het holst van de nacht. Hij reciteerde vervolgens (uit de Koran): {Zij zijden zich af van hun bedden} totdat hij {ze handelen} bereikte. Toen zei hij: 'Zal ik je vertellen over het hoofd van de zaak als geheel, zijn pilaar en zijn hoogste top?' Ik zei: 'Ja, O boodschapper van Allah.' Hij zei: 'Het hoofd van de zaak is de Islam, zijn pilaar is het gebed en zijn hoogste top is de Jihad.' Vervolgens zei hij: 'Zal ik je vertellen over de heerser over dit alles?' Ik zei: 'Ja, O profeet van Allah.' Hij greep zijn tong vast en zei: 'Houd dit in toom.' Ik zei: 'O boodschapper van Allah, zullen wij echt gestraft worden vanwege wat wij zeggen?' Hij zei: 'Moge je moeder je rouwen, O Moad! Worden mensen in het vuur geworpen, op hun gezichten of op hun neuzen, alleen vanwege wat hun tongen hebben geoogst.

Ā'ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) rapporteerde: Toen de Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen op hem zijn) elke avond naar bed ging, sloeg hij zijn handpalmen tegen elkaar, blies erin en reciteerde de Soera's al-Ikhlās, al-Falaq, en an-Nās, en daarna wreef hij met zijn handen over zoveel mogelijk delen van zijn lichaam als hij kon, te beginnen met zijn hoofd, gezicht, en de voorkant van zijn lichaam. Dat deed hij drie keer.

Overgeleverd door Sjaddad ibn Aws (moge Allah tevreden zijn met hem) van de profeet (vrede zij met hem): "De voornaamste smeekbede is: 'O Allah, U bent mijn Heer, er is geen god dan U. U hebt mij geschapen en ik ben Uw dienaar, en ik houd mij aan Uw verbond en belofte zo goed als ik kan. Ik zoek toevlucht bij U tegen het kwade dat ik heb begaan. Ik erken de zegeningen die U mij hebt geschonken en ik beken mijn zonden. Vergeef mij, want niemand vergeeft de zonden behalve U". Hij (vrede zij met hem) zei: 'Degene die deze woorden overdag met overtuiging uitspreekt en die op die dag komt te overlijden, zal het paradijs binnengaan. En degene die deze woorden 's nachts met overtuiging uitspreekt en die voor de ochtend komt te overlijden, zal het paradijs binnengaan".

Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: Als hij 's ochtends ontwaakte, zei hij: "O Allah, met U zijn wij de ochtend ingegaan, met U zijn wij de avond ingegaan, door U leven wij, door U sterven wij en tot U zal de opstanding plaatsvinden." Hij zei als hij de ochtend begroette: "O Allah, met U beginnen wij de ochtend, met U gaan wij de avond in, met U leven wij, met U sterven wij, en tot U is de opstanding." En als het 's avonds is, zei hij: "Met U gaan wij de avond in, met U beginnen wij de ochtend, met U leven wij, met U sterven wij, en tot U is de opstanding." Soms voegde hij ook toe: "En tot U is de bestemming."

Aban bin Othman zei: Ik hoorde Othman bin Affan (moge Allah tevreden over hem zijn) zeggen: Ik hoorde de boodschapper van Allah (vrede en zegeningen zij met hem) zeggen: "Wie het volgende zegt: 'In de naam van Allah, met wiens naam niets kan schaden, noch op aarde noch in de hemel en Hij is de Alhorende, de Alwetende,' drie keer, zal niet getroffen worden door een plotselinge ramp tot de ochtend aanbreekt. En wie het in de ochtend drie keer zegt, zal niet getroffen worden door een plotselinge ramp tot de avond valt." Het verhaal gaat dat Aban bin Uthman werd getroffen door verlamming en de man die dit had gehoord, keek naar hem. Hij zei tegen hem: "Waarom kijk je naar mij? Bij Allah, ik heb niet tegen Othman gelogen en Othman heeft niet tegen de profeet (vrede zij met hem) gelogen, maar op de dag dat ik werd getroffen, was ik boos en vergat ik het te zeggen."

Van Abdoellah ibn Khoebayb (moge Allah tevreden zijn met hem) wordt overgeleverd dat hij zei: We vertrokken tijdens een donkere en winderige nacht om de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) te zoeken terwijl hij voor ons bad. Ik bereikte hem en hij zei: 'Zeg'. Ik zei niets. Toen herhaalde hij: 'Zeg'. Maar ik bleef stil. Hij zei opnieuw: 'Zeg'. Toen zei ik: 'Wat moet ik zeggen?' Hij antwoordde: 'Zeg: "Hij is Allah, de Enige." en de tweemaal herhaalde toevlucht, 's ochtends en 's avonds, zal je beschermen tegen alles.

Aisha (moge Allah tevreden over haar zijn) heeft gezegd: "Op een nacht miste ik de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) in bed en ging ik naar hem op zoek. Mijn hand raakte de zolen van zijn voeten, terwijl hij in de moskee was met zijn voeten rechtop. Hij zei: "O Allah, ik zoek toevlucht in Uw tevredenheid tegen Uw ontevredenheid, in Uw vergeving tegen Uw straf en ik zoek toevlucht in U tegen Uzelf. Ik kan U niet genoeg prijzen, U bent zoals U Uzelf geprezen hebt."

Samurah ibn Jundub (moge Allah tevreden met hem zijn) rapporteerde: De Boodschapper van Allah (moge Allah Zijn vrede en zegeningen op hem zijn) zei: "De meest geliefde woorden bij Allah zijn vier: SubhannAllah (Glorie zij Allah), Allahamdullilah (lof zij Allah), La illahi illa Allah (er is geen God die het recht heeft om aanbeden te worden, behalve Allah), Allahu Akbar (God is groot). Het maakt niet uit met welke je begint."

Abu Ayyub, moge Allah tevreden met hem zijn, zei, dat de Profeet, De Profeet (moge Allah's vrede en zegeningen op hem zijn) Zei: “Hij die: "Er is geen God buiten Allah, Hij heeft geen partner, tot Hem behoort het koninkrijk en alle lof komt toe aan Allah, en Hij is machtig over alle dingen” tien keer zegt krijgt de beloning die gelijk staat aan degene die vier slaven van de kinderen van Ismail bevrijd."

Aboe Hoerayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: "De twee woorden die heel licht zijn op de tong, maar zwaar in de weegschaal en geliefd bij de Barmhartige: Subhannallah Al'adiem (Glorie zij God), Subhannallah wa bihamdihi (Dankbaarheid voor Allah)."

Abu Hurayrah (moge Allah tevreden met hem zijn) Zei: Wie honderd keer per dag zegt: Subhanallah wa bihamdihi (Allah zij geprezen), zal zijn zonden uitgewist worden, ook al zijn ze zo veel als schuim van de zee.