- De aansporing om de oproeper tot het gebed te beantwoorden.
- De deugd van het bidden voor de profeet (vrede zij met hem), na het beantwoorden van de oproeper tot gebed.
- Het aansporen tot het vragen om de 'wassilah' (een speciale rang in het Paradijs) voor de profeet, (vrede zij met hem), na het bidden voor hem.
- Uitleg van de betekenis van de 'wassilah', en de verheven status ervan, aangezien het slechts geschikt is voor één dienaar.
- Uiteenzetting van de voortreffelijkheid van de profeet (vrede zij met hem), aangezien hij exclusief is begunstigd met die verheven positie.
- Wie zich tot Allah de Verhevene richt met het verzoek om de 'wassilah' (een speciale positie in het Paradijs) toe te kennen aan de profeet (vrede zij met hem), voor die persoon wordt de bemiddeling (shafa'ah) verleend.
- De uiteenzetting van zijn bescheidenheid (vrede zij met hem), waarin Hij Zijn volgelingen vroeg om voor Hem te bidden voor die verheven positie, hoewel het al voor Hem bestemd was.
- De overvloed van de genade en barmhartigheid van Allah, waarbij een goede daad wordt beloond met tien keer zijn gelijke.