- Het aanmoedigen van bescheidenheid en het vermijden van arrogantie ten opzichte van anderen.
- De verplichting om geduldig te zijn bij tegenspoed en om niet ontevreden te zijn.
- Deze daden behoren tot de kleinere vormen van ongeloof en maken iemand niet tot een ongelovige die uit de religie wordt gezet, tenzij men ook de grotere vormen van ongeloof pleegt.
- De Islam verbiedt alles wat kan leiden tot verdeeldheid onder moslims, zoals het aanvallen van iemands afstamming en dergelijke.