- Het is verboden om te zeggen: 'ما شاء الله وشئت' (wat Allah wil en wat jij wilt), en soortgelijke uitdrukkingen waarin de wil van Allah wordt gekoppeld aan het woord ('و'en), omdat dit wordt beschouwd als een vorm van het associëren van partnerschap in woorden en uitspraken met Allah.
- Het is toegestaan om te zeggen: 'ما شاء الله ثم شئت' (wat Allah wil en vervolgens wat jij wilt), en soortgelijke uitdrukkingen waarin de wil van Allah wordt gekoppeld aan ('ثمَّ' vervolgens), omdat het vermijden van het ongewenste effect hiermee wordt verzekerd.
- Het bevestigen van de wil van Allah, het bevestigen van de wil van de dienaar, en dat de wil van de dienaar ondergeschikt is aan de wil van Allah de Verhevene.
- Het verbod op het betrekken van de schepping in de wil van Allah, zelfs als het slechts met woorden is.
- Als iemand gelooft dat de wil van de dienaar gelijk is aan de wil van Allah, zowel in termen van alomvattendheid als absolute autonomie, dan is dat een vorm van ernstige associatie (shirk). Als men echter gelooft dat de wil van de dienaar ondergeschikt is aan de wil van Allah, dan is dit een mindere vorm van associatie (shirk).