- Aansporing om de blik neer te slaan.
- Waarschuwing tegen aanhoudend kijken naar wat verboden is om naar te kijken als het per ongeluk gebeurt.
- Het bevestigen dat het verbod op het kijken naar vrouwen een algmene zaak is onder de metgezellen, aangezien Djareer ibn Abdoellah (moge Allah tevreden zijn met hem) deze vraag stelde aan de profeet (vrede zij met hem) over het geval van onbedoeld kijken, wat hetzelfde juridische oordeel inhoudt als opzettelijk kijken.
- Het toont de zorg van de 'Sharia' voor de belangen van de dienaren, waarbij het verboden is om naar vrouwen te kijken vanwege de wereldse en hiernamaalse schade die daaruit voortvloeit.
- Het illustreert het teruggrijpen van de metgezellen naar de profeet (vrede zij met hem) en het raadplegen van hem over wat hen bezwaart, en zo hoort het algemene publiek hun geleerden te raadplegen over zaken die hen bezwaard maken.