- Het strikte verbod op het doden van een persoon die onder een verdrag valt, van een beschermde niet-moslim, of van een ongelovige die veiligheid is verleend, en dat dit als één van de grootste en meest ernstige zonden wordt beschouwd.
- De persoon onder een verdrag (al-moe'ahid): Dit is niet-moslim met wie een verbond is gesloten, en die in zijn eigen land verblijft zonder de moslims te bevechten en zonder door hen bevochten te worden. De beschermde niet-moslim (al-dzimmi): Dit is iemand die zich in het land van de moslims heeft gevestigd en de beschermingsbelasting (Djizyah) heeft betaald. De persoon die veiligheid is verleend (al-moesta'man): Dit is iemand die het land van de moslims is binnengekomen met een verbond en garantie voor een bepaalde periode.
- De hadith benadrukt de waarschuwing tegen het verraden van verdragen met niet-moslims.